Laatste update op 8 mei 2020
De doge was het symbool van La Serenissma (sereniteit), zoals Venetië ook liefkozend wordt genoemd. Als je de tabel met namen van doges hieronder doorneemt, kun je veel van de huidige namen van hotels en straten in de stad plaatsen. De huizen van de doges waren de ‘palazzi’ (paleizen), de huizen van de rijke Venetiaanse handelsfamilies heten ‘casa’s’. Beide vind je voornamelijk langs het Canal Grande, het hart van Venetië.
Een doge werd voor het leven benoemd. De vroegste doges hadden een positie als opperste autoriteit. Maar tegen het eind van de 14e eeuw toen Venetië een republiek werd, was de macht van een doge flink beperkt. Hij was een soort constitutioneel monarch die via de adel* werd gekozen. Vanaf eind 15e eeuw mochten doges niet meer alleen met buitenlandse gasten spreken. Ze mochten bovendien de stad niet meer verlaten**. De echte macht lag in handen van de Grote Raad van 480 leden, benoemd door de verschillende stadsdistricten van Venetië. De staatsraad van 300 leden was de uitvoerende macht. Daarnaast was er nog een Raad van Tien (een combinatie van justitie en geheime dienst). In de periode voor de doges (ruim 203 jaar) waren de zogenaamde tribunes aan de macht.
Chronologisch overzicht van de doges van Venetië
Je zult zien dat een bepaalde familienaam meerdere keren in de lijst voorkomt, namen als Mocenigo, Grimani, Contarini, Faliero, Cornaro, Dandolo en Foscari zijn onlosmakelijk met de stad verbonden. Bovendien maakte een aantal doges meer naam en/of faam dan andere. Saillant detail: er is reden om aan te nemen dat Orso de eerste echte doge was en dat de eerste twee op de lijst zijn verzonnen. Helemaal zeker is dat niet; de bronnen verschillen. Onderaan de tabel vind je meer informatie over de aanstelling als doge. Het was een baantje dat niet over rozen ging …
Klik op de foto van de doge voor een uitvergroting.
Nr. | Naam | Periode | Toelichting | Afbeelding | Duur |
---|---|---|---|---|---|
1 | Paolo Lucio Anafesto | 697-717 | Anafesto is een bekende in lijsten met doges. Maar hij was officieel geen doge, zelfs geen Venetiaan. Hij heeft volgens John Julius Norwich (A history of Venice) zelfs nooit bestaan. Zetelde en stierf in Heraclea tijdens een opstand. Heraclea is een stuk land dat vrijwel zonder sporen na te laten onder het water is verdwenen, vlakbij het hedendaagse Venetië | 20 | |
2 | Marcello Tegalliano | 717-726 | Was een provinciaal gouverneur, maar is net als Anafesto nooit doge geweest. Zetelde en stierf in Heraclea. | 9 | |
3 | Orso Bear Ipato | 726-736 | Orso is de eerste gekozen doge. Zetelde in Heraclea. 'Ipato' was een bijnaam die hij en de volgende doges uit trots zouden toevoegen aan hun naam. De naam komt van de titel 'Hypatos', consul. Orso zorgde ervoor dat iedereen militair werd getraind (voor land dan wel zee), en werd berucht door een veldslag tussen Arc Eraclea en Jesolo; een bloedbad voor beide zijden. Toen Orso Bear terugkwam in Eraclea werd hij door zijn eigen volk vermoord. Zijn zoon werd in ballingschap gestuurd. Hij werd gezien als despoot. Het gevolg was dat het volk eerst weer genoegen nam met een Magister Militum, nu de doge geen goed leiderschap had getoond. | 10 | |
003b - n.v.t. | Magister Militum | 737-742 | Eénjaar-regel met vijf magistri militum: Domenico Leone, Felice Cornicola, Teodato Ipato (ook bekend als Diodato Orso), Gioviano Cepario en Giovanni Fabriciaco (ook wel Fabri). De laatste werd in een coup afgezet; zijn ogen werden uitgestoken. | 5 | |
4 | Teodato Ipato | 742-755 | De eerste doge die in het oude Malamocco zetelde op het eiland Lido (dit stuk is opgeslokt door de zee). Ipato was de zoon van de voormalige doge Orso Ipato. Het volk wilde met deze nieuwe doge laten zien dat ze in vrede wilden leven, in harmonie en in absolute autonomie. Teodato bleef politiek geïsoleerd en werd na een samenzwering uiteindelijk afgezet. Hij werd kaalgeschoren, zijn ogen werden uitgestoken en hij werd verbannen door zijn opvolger. Werd ook wel 'Deusdedit' genoemd. | 13 | |
5 | Galla Gaulo | 755-756 | (ook Galla Lupanio). Was een vertrouweling van Teodato en hij werd uiteindelijk als overloper afgezet en verbannen nadat hij was blind gemaakt en kaalgeschorenen, net zoals zijn voorganger. Hij stichtte de adellijke Barozzi-familie. | 1 | |
6 | Domenico Monegario | 756-764 | Monegario was afkomstig van het eiland Malamocco dat onder water is verdwenen (de naam is nu bekend van het Moses-project). Hij had adviseurs om hem te helpen bij zijn taken. De aristocratie probeerde de macht van de doge te beperken. Jaarlijks werden er twee personen gekozen en benoemd tot formeel toezichthouders. Zij moesten erop toezien dat de doge zijn macht niet misbruikte. Monegario probeerde onder deze beperking uit te komen en weer de absolute macht te krijgen. Hij werd daarom afgezet, blind gemaakt en verbannen. | 8 | |
7 | Maurizio Galbaio | 764-787 | Galbaio was een van degenen die het langst aanbleven als doge. Hij stierf een natuurlijke dood in zijn bed. Tijdens zijn dogeschap veranderde hij Venetië van vissers en schippers in maritieme handelaren. Hij stelde zijn zoon Giovanni aan als co-regent. Dat had tot gevolg dat Giovanni zonder inbreng van het volk de rechten van zijn vader zou overerven. Dat was eigenlijk niet de bedoeling, maar het gebeurde toch en er werd niet ingegrepen. De mogelijkheid van overerving werd onder doge Flabenico (doge 29) afgeschaft. Trouwens, de naam Galbaio veranderde later naar 'Querini', een naam die veel invloed ging spelen in de latere eeuwen in Venetië en die we nu nog terugzien in de stad. | 23 | |
8 | Giovanni Galbaio | 787-804 | (John Galbaio) Met instemming van het volk trad Giovanni in de voetsporen van zijn vader. Hij was lang doge, maar bereikte veel minder resultaten. Het ontbrak hem aan inzicht om om te gaan met Franken die de positie van Venetië steeds verder bedreigden. Uit eigen beweging stelde hij zijn zoon aan tot adviseur, maar dat pikte men niet. Het werd gezien als een daad van arrogantie en gebrek aan respect. Uiteindelijk moest hij in 803 halsoverkop met zijn familie vluchten. Men wilde niet accepteren dat zijn zoon hem zou opvolgen, als derde Galbaio-doge. Giovanni werd uiteindelijk afgezet (mede door de inzet van de opvolger Obelerio). Hij en zijn zoon vluchtten naar Mantua. Vermoedelijk is Galbaio daar ook gestorven. | 17 | |
9 | Obelerio degli Antenori | 804-809 | (ook wel: Antenoreo) was een voormalige toezichthouers. Het lukte hem om zijn voorganger te laten afzetten. Hij stelde zijn broer Beato aan als zijn plaatsvervanger, tot ongenoegen van de Venetianen. Onder de protectie van de Franken, bleven Obelerio en zijn broer in eerste instantie aan. Obelerio koos zelfs een Frankische bruid, die daarmee de geschiedenisboeken ingaat als de eerste "dogaresse", vrouw van de doge. Vervolgens stelde hij een derde broer Valentino aan als plaatsvervanger. Hoe ver kon Obelerio gaan in het verraad aan zijn eigen volk: hij vroeg Pepin, koning van Italië in Ravenna om Venetië te bezetten. Maar de Venetianen negeerden de drie doge-broers en vonden eenheid in hun strijd tegen Pepin onder leiding van de held die de volgende doge zou worden: Angelo Partecipazio. Ze blokkeerden de kanalen en verwijderden herkenningspunten als boeien en markeringen. Pepin veroverde onder andere Chioggia, maar werd bij Malamocco tegengehouden. Hij vertrok nadat de Venetianen hem beloofden een jaarlijkse afkoopsom te betalen. De drie doges werden verbannen. Obelerio werd vermoord toen hij terugkwam met de bedoeling opnieuw aan de macht te komen; zijn hoofd werd op de markt tentoongesteld. | 5 | |
10 | Angelo Partecipazio | 809-827 | Ook wel Agnello genoemd. Agnello verplaatste de zetel van de doge van Malamocco naar Rivo Alto (Rialto). Zijn huis aan het Campiello della Cason (bij San Canciano) was het eerste dogepaleis in Venetië. Er is helaas niets meer van over. Hij liet het gebouw van de huidige San Zaccaria restaureren en liet er een stuk van het Ware Kruis en de relieken van Zacharias in de San Zaccaria in plaatsen. De bijbelse profeet Zacharias, vader van Johannes de Doper zou hier zijn begraven bij het hoogaltaar. De kerk is in ieder geval gewijd aan deze heilige. Er zijn acht doges in deze kerk begraven. Angelo Participazio en zoon Giustiniano gaven een subsidie aan de monniken van het lagune-eiland San Servolo, die daarmee de abdij San ‘Ilario oprichtten. Later werden hier doge Pietro IV Candiano en zoon begraven. Ook Angelo en Giustiniano zijn hier begraven. Tijdens zijn dogeschap werd het eerste houten onderkomen voor de doge gebouwd (814) op de plek waar nu het dogepaleis staat. Het was indertijd meer een soort versterkt kasteel. In 1340 begon de bouw van het huidige dogepaleis op de resten van oudere exemplaren. Angelo had het plan om zijn zoon Giovanni als opvolger aan te stellen, maar daar was de andere zoon Giustianiano het niet mee eens. Hij dwong Giovanni om uit Venetië te vluchten. Later volgde hij zijn broer alsnog op. Angelo stierf een natuurlijke dood op kantoor. De familienaam Partecipazio werd later veranderd in Badoer. | 18 | |
11 | Giustiniano Partecipazio | 827-829 | Zou de kerk Chiesa di San Zaccaria de huidige naam hebben toegekend. Tijdens zijn dogeschap werd het stoffelijk overschot van de heilige Marcus uit Alexandrië meegenomen naar Venetië. De leeuw, het symbool van Marcus, werd het symbool van de stad en dat is tot op de dag van vandaag nog steeds zo. De heilige Marcus is beschermheilige van Venetië. Hij werd als eerste doge in Rialto gekozen. Hij bouwde het eerste dogepaleis. | 2 | |
12 | Giovanni I Partecipazio | 829-837 | Giovanni kreeg waarschijnlijk alleen de kans om doge te worden, omdat hij al korte tijd aan de zijde van zijn vader had geregeerd. Tijdens zijn dogeschap werd de San Marco Basiliek formeel congregatie verleend in 832. Giovanni werd door het volk als onverschillig en apathisch ervaren. Uiteindelijk werd hij na een mis in de San Pietro di Castello op 2 juni 836 aangevallen door leden van de familie Mastelizia (later Basegio) en gearresteerd. Hem werd het hoofd kaalgeschoren en hij werd als monnik uitgedost en gedwongen toe te treden tot een klooster in Grado. | 8 | |
13 | Pietro Tradonico | 837-864 | (ook wel: Pietro Gradonico) analfabeet, de eerste doge die gekroond werd met een muts; de ‘corno dogale’. Hij is vermoord op de Riva degli Schiavoni bij de toegang tot Campo San Zaccaria op 13 september 864 toen hij terugkwam van de vespers in de San Zaccaria-kerk. | 27 | |
14 | Orso I Partecipazio | 864-881 | Stond bekend als een zeer wijze, vrome, vredelievende persoon. Hij voerde religieuze, administratieve en civiele hervormingen door. Met hem begon het tijdperk van verkiezingen, adviseurs en overheidsorganen die de doge moesten controleren. Hij verbood de slavenhandel. Stierf een natuurlijke dood op kantoor en werd begraven in de San Zaccaria. De oorsprong van de legende van de Bocola komt van zijn vrouw die na zijn overlijden met een andere man een dochter kreeg die als hoofdpersoon in de legende is betrokken. De traditie van is dat geliefden elkaar op 25 april een roos geven (Bocciola di rosa). | 17 | |
15 | Giovanni II Partecipazio | 881-887 | Vanwege gezondheidsproblemen afgetreden. Hij werd beschuldigd van nepotisme en het financieel bevoordelen van familie. | 6 | |
16 | Pietro I Candiano | 887-888 | De eerste doge uit een andere familie. Hij stond bekend als energiek, strijdlustig, wijs, grootmoedig en zeer religieus. Hij werd op 18 september gedood tijdens een gevecht op de Adriatische zee tegen de piraten die zich daar veelvuldig lieten zien. Hij werd begraven in de Chiesa de San Eufemia. Volgens een latere bron (Marin Sanudo) zou hij een natuurlijke dood gestorven zijn in Novigrad (Dalmatië). | 1 | |
17 | Pietro Tribuno | 888-912 | Pietro Tribuno was een kleinzoon van de 13e doge, Pietro Tradenico. Onder leiding van Pietro Tribuno werd een massale invasie van de Hongaren afgeslagen. Tijdens zijn dogeschap werd begonnen aan de bouw van de Campanile, de toren op het Piazza San Marco die van oorsprong werd gebruikt als wacht- en vuurtoren. Domenico Tribuno verzorgde het regentschap acht maanden tijdens de periode na de dood van Pietro Tribuno. Pietro Tribuno stierf een natuurlijke dood op kantoor en werd begraven in de San Zaccaria. | 24 | |
18 | Orso II Partecipazio | 912-932 | Hij trok zich terug in het benedictijnenklooster van San Felice di Ammiana, later het Santi Felice e Fortunato. Er wordt wel aangenomen dat zijn keuze om zich terug te trekken niet geheel uit vrije wil is genomen. Hij werd begraven in dit klooster op het eiland La Salina, het centrum van San Felice, onderdeel van de eilanden die samen Ammiana vormden. Salina staat voor zout: het was het centrum van de zoutwinning. Ammiana bestaat tegenwoordig niet meer: tot in de vroege middeleeuwen was het een stad in de Venetiaanse lagune, maar door de locatie (moerassig, veel) raakten de eilanden die deel uitmaakten van de stad ontvolkt. Zonder onderhoud en landaanwinning viel het eiland met het klooster uiteindelijk in de 16 eeuw ten prooi aan het water. | 20 | |
19 | Pietro II Candiano | 932-939 | Hij was de zoon van Pietro I Candiano (de zestiende doge) en vader van Pietro III Candiano die ook doge (de 21e) zou worden. Stierf een natuurlijke dood op kantoor. Pietro II Candiano was de doge die begon met de expansie van Venetië in Italië. Hij werkte bovendien aan de Venetiaanse hegemonie op de Adriatische zee. Hij dwong verschillende steden in Istrië op de knieën en sloot verbonden, waarbij de Istriërs jaarlijks 100 kruiken wijn aan de doge moesten schenken in ruil voor de bescherming door Venetië en verstrekte commerciële privileges. Hij is berucht vanwege het laten platbranden van het naburige plaatsje Comacchio na een niet noemenswaardig diplomatiek incident. Dat de zoon van zijn voorganger tot de volgende doge werd benoemd, is een teken dat II Candiano nooit echt de steun van het Venetiaanse volk wist te krijgen. | 7 | |
20 | Pietro Partecipazio | 939-942 | Ook bekend als Pietro Badoer. Hij was een zoon van de 18e doge, Orso II Partecipazio. Stierf een natuurlijke dood op kantoor. Hij werd net als zijn vader begraven in het klooster dei Santi Felice e Fortunato in Ammiana. Tijdens zijn dogeschap gebeurde er weinig opziensbarends. Het meest vermeldenswaardig zijn de inspanningen van de adel om het kiesstelsel te veranderen zodat de absolute macht bij de doge/adel kwam te liggen, zonder inbreng van de bevolking. | 3 | |
21 | Pietro III Candiano | 942-959 | Werd door de volksvertegenwoordiging tot doge verkozen. Hij richtte zijn aandacht onder meer op de Neretva-piraten waarmee de Adriatische zee was besmet. Tijdens zijn dogeschap gebeurde het incident dat aanleiding gaf tot het jaarlijkse Festa delle spose e marie (het feest van de Venetiaanse bruiden). Hij maakte voorbereidingen zodat zijn zoon via overerving in zijn voetsporen kon treden. Dat gebeurde ook, maar Pietro III werd verbannen door zijn zoon. Hiermee spaarde Pietro IV het leven van zijn vader. Het volk was namelijk niet gecharmeerd van de aanstelling van doges door overerving van vader op zoon en er was geprobeerd Pietro III om het leven te brengen | 17 | |
22 | Pietro IV Candiano | 959-976 | Werd met een zoon opgesloten in het Palazzo Ducale dat door het volk in brand werd gestoken; beiden kwamen om. Het vuur sloeg trouwens over naar onder andere de San Marco basiliek en verschillende gebouwen brandden af (er werd in die tijd nog voornamelijk met hout gebouwd). Uiteindelijk zijn de lichamen later met eer begraven in de kerk van de abdij San ‘llario, gelegen aan de westelijke rand van de lagune | 17 | |
23 | (Saint) Pietro I Orseolo | 976-978 | Trad af en werd uiteindelijk kluizenaar in de Pyreneeën. Was begaan met de zwakkeren van de maatschappij en zorgde voor ziekenhuizen en de zorg voor weduwen en wezen. Hij werd veertig jaar na zijn dood heilig verklaard. Zijn zoon Ottone werd eveneens doge. | 2 | |
24 | Vitale Candiano | 978-979 | Deed vrijwillig afstand van het dogeschap na 14 maanden om gezondheidsredenen. Hij trok zich terug in het klooster van Sant’Ilario waar hij ook stierf. Waarschijnlijk was hij een zoon van Pietro IV Candiano die (met een andere zoon) in het in brand gestoken Palazzo Ducale om het leven kwam. | 1 | |
25 | Tribuno Memmo | 979-991 | Ook bekend als Tribuno Menio. Analfabeet. Trok pas tegen het einde van zijn dogeschap in het Palazzo Ducale, dat nog werd gerestaureerd vanwege de brand ten tijde van Pietro IV Candiano. Hij trouwde overigens met een dochter van deze doge. Hij werd naar het klooster van de San Zaccaria gestuurd, waar hij ook stierf. | 12 | |
26 | Pietro II Orseolo » | 991-1009 | Veroverde Dalmatië. Venetië werd 'Republiek van de heilige Marcus'. Historische oorsprong Festa della Sensa tijdens zijn dogeschap, alhoewel het huwelijk met de zee pas echt begon onder doge Ziani in 1177. Orseolo gaf het merendeel van zijn rijkdommen aan de armen en aan de kerk en trok zich terug in het klooster. | 18 | |
27 | Ottone Orseolo | 1009-1026 | Ottone was een zoon van de 23e doge Pietro I Orseolo en Maria Candiano. Hij was op dat moment de jongste doge ooit (16 jaar) in de Venetiaanse geschiedenis. Zijn dogeschap werd gekenmerkt door schandalen en uiteindelijk werd hij gearresteerd vanwege vriendjespolitiek. Zijn baard werd afgeschoren en verbannen naar Constantinopel. Nadat men zijn opvolger Barbolano had afgezet, probeerde een familielid Ottone weer op de troon te krijgen, maar hij trof Ottone doodziek aan in Constantinopel. | 17 | |
28 | Pietro Barbolano | 1026-1031 | Ook bekend als Pietro Centranigo. Hij was weinig geliefd en kreeg te maken met ingetrokken handelsovereenkomsten vanwege de verbanning van Ottone, die goed bevriend was met machtige Europese leiders. De koning van Hongarije viel in Istrië binnen en nam daar de heerschappij van een aantal steden over van de Venetianen. Pietro moest onder hevige druk van de Venetianen aftreden. Men wilde alsnog een Orseolo op de troon. | 6 | |
028b n.v.t. | Orso Orseolo | 1031-1032 | Een jaar regentschap door Orso Orseolo. Hij kwam aan de macht na een geweldadige coup door Domenico Orseolo, die probeerde de troon te bemachtigen nadat bekend werd dat Ottone was overleden in Constantinopel. Dat mislukte en zo kreeg Orso een jaar lang de regentschap voordat er een nieuwe doge werd gekozen. | 1 | |
29 | Domenico Flabianico | 1032-1043 | Domenico werd gekozen terwijl hij geen adelijk bloed had. Dat was een opmerkelijke keuze van de Venetianen, maar er was chaos geweest na het Orseolo-debacle. Flabianico was welgesteld en populair. Onder Flabianico werd de macht van de doge ingeperkt en kon men het dogeschap niet meer overerven binnen een familie. Helaas was hij minder geschikt voor het in stand houden van de buitenlandse diplomatieke betrekkingen, waardoor men er economisch gezien flink op achteruit boerde. Hij stierf een natuurlijke dood in zijn kantoor. | 11 | |
30 | Domenico Contarini | 1043-1071 | Contarini wist de welvaart terug te brengen na Flabianico's dood. Hij was na Francesco Foscari het langst in functie als doge. Onder zijn bewind werd de vloot enorm uitgebreid en werd de macht in een groot deel van het mediterraanse gebied heroverd. Hij liet Chiesa San Nicolò di Lido bouwen en gaf vlak voor zijn dood de opdracht om de San Marco-basiliek te restaureren en uit te breiden. Stierf in 1071 een natuurlijke dood in zijn kantoor. Zijn tombe met een ruiterstandbeeld in hout is te vinden in Chiesa San Stefano. | 28 | |
31 | Domenico Selvo | 1071-1084 | Domenico Selvo werd in de lente van 1071 tot doge gekozen tijdens de begrafenis van Domenico Contarini in de kerk San Nicolò al Lido (omdat de basiliek werd gerestaureerd). Blootvoets, tussen de bouwmaterialen en steigers van de San Marco Basiliek, werd hij ingezworen als 31e doge. Selvo liet mozaïekleggers uit Constantinopel komen om voor de decoratie van de San Marco Basiliek te zorgen. Hun werk is bij de brand van 1106 vrijwel geheel verloren gegaan. Tijdens de restauratie werden nog slechts enkele restanten gevonden. De basiliek staat nog steeds bekend om zijn prachtige mozaïeken. Selvo stierf een natuurlijke dood in een klooster. | 13 | |
32 | Vital Faliero de Doni | 1084-1096 | Ook bekend als Dodoni. Stierf tijdens een gevecht in Zara. | 12 | |
33 | Vital I Michele | 1096-1102 | Stierf een natuurlijke dood op kantoor. | 6 | |
34 | Ordelafo Faliero | 1102-1117 | Tijdens het dogeschap van Ordelafo Faliero (Dodoni) werd een groot deel van Venetie verwoest door de grote brand van 1106. | 15 | |
35 | Domenico Michele | 1117-1130 | Deed afstand van het dogeschap en stierf een natuurlijke dood. | 13 | |
36 | Pietro Polani | 1130-1148 | Stierf een natuurlijke dood op zijn kantoor. | 18 | |
37 | Domenico Morosini | 1148-1156 | Morosini is begraven in het atrium van de San Marco Basiliek. Stierf een natuurlijke dood op kantoor. | 8 | |
38 | Vital II Michele | 1156-1172 | Leidde een rampzalige expeditie naar het Oost-Romeinse rijk waarbij bijna de gehele vloot werd vernietigd. Nadat hij zich had verantwoord bij het Dogepaleis werd hij opgewacht door een kwade menigte. Hij werd tijdens zijn vlucht naar de San Zaccharia over Ponte de Paglia doodgestoken bij Calle della Rasse. Een andere reden voor zijn dood tijdens de volksoploop is het feit dat hij de Venetianen tegen zich in het harnas had gejaagd omdat hij belastingen uitschreef op bezittingen. Zijn dood resulteerde erin dat de macht in Venetië meer aristocratisch van aard werk. Tot dan toe deed het volk mee aan de verkiezing van de doge. Om geweldadige volksopstanden te voorkomen, werd besloten dat voortaan 11 door de bevolking aan te wijzen mannen die taak op zich namen. Ook de Grote Raad werd ingesteld. De leden daarvan werden voorlopig nog uit de meest vooraanstaande mannen van de zes stadsdistricten gekozen. Dat veranderde onder doge Pietro Gradenigo in 1297. | 16 | |
39 | Sebastiano Ziani » | 1172-1178 | Trouwt als eerste doge Venetië met de zee door een ring in zee te werpen die hij van de paus ontving, zie ook Pietro II Orseolo. Is bekend als een van de grootste ‘vooruitdenkers‘ die Venetië heeft gekend. Trad terug en ging naar het klooster van San Giorgio Maggiore. | 6 | |
40 | Orio Mastropiero | 1178-1192 | Deed afstand van het dogeschap. Stierf een natuurlijke dood. | 14 | |
41 | Enrico Dandolo | 1192-1205 | De blinde doge, fameus vanwege zijn hoge leeftijd en de roof van de beroemde paarden uit Constantinopel en de Tetrarchen ter decoratie van de San Marco Basiliek in Venetië. Onder zijn bewind namen de Venetianen voor het eerst aan ee kruistocht deel (de vierde kruistocht, in 1204). Dandolo is begraven in Istanbul (het vroegere Constantinopel) in het Hagia Sophia onder zijn Latijnse naam ‘Henricus’. Zijn graf werd in 1453 leeggeroofd, toen de Ottomanen Constantinopel veroverden. | 13 | |
42 | Pietro Ziani | 1205-1229 | Onder Ziani werd de Grote Raad met 480 leden ingesteld. Deed afstand van het dogeschap vanwege rivaliteit tussen de families Dandolo en Tiepolo, die naarstig uitzagen naar het overnemen van het dogeschap. Na een strijd tussen Dandolo en Tiepolo kwam de laatste als winnaar uit de bus. Hij volgde Ziani op. Ziani stierf een natuurlijke dood. Na zijn abdicatie trok Ziani zich terug in het nieuw gebouwde Benedictijnenklooster op San Giorgio (het eerdere klooster was vernietigd tijdens een flinke aardbeving in het jaar 1220. | 24 | |
43 | Jacopo Tiepolo | 1229-1249 | Oorspronkelijke initiator van de bouw van de San Zanipolo, na een visioen waarin de Heer zou hebben gezegd dat op de aangewezen plek een Dominicaanse kerk moest worden gesticht. Onder andere door pestplagen duurde de bouw eeuwen. Tiepolo ligt in de San Zanipolo begraven. Hij deed afstand van het dogeschap en stierf een natuurlijke dood. | 20 | |
44 | Marino Morosini | 1249-1252 | Is begraven in het atrium van de San Marco Basiliek | 3 | |
45 | Reniero Zeno | 1252-1268 | Zeno was bevriend met doge 43, Jacopo Tiepolo. Hij was ook zijn adviseur. Was een hervormer, die onder andere probeert om de macht van de Raad van Tien te beperken, wat hem overigens niet lukte. Hij bezat grote diplomatieke kwaliteiten. De piazzetta kreeg tijdens zijn dogeschap voor het eerst plaveisel. Zeno is na een eervolle dienst in een marmeren urn begraven in de Zanipolo met een beschermengel op iedere hand. | 16 | |
46 | Lorenzo Tiepolo | 1268-1275 | Is begraven bij zijn vader, doge Jacopo Tiepolo in de Zanipolo. | 7 | |
47 | Jacopo Contarini | 1275-1280 | Contarini was al 81 jaar oud (geboren in 1194) toen hij Lorenzo Tiepolo opvolgde. Tijdens zijn dogeschap ontstond er een conflict met Ancona die uiteindelijk in een oorlog uitmondde in 1277. Ook Istrië en Kreta lieten van zich horen in een opstand en dat was allemaal te veel voor deze oude doge. Hij deed afstand van het dogeschap en trok zich terug in een klooster, waar hij een paar maanden later overleed. De ark waarin hij in het klooster werd begraven (Convento dei Frari in San Polo) werd begin 19e eeuw verwoest door de Fransen. | 5 | |
48 | Giovanni Dandolo | 1280-1289 | Sloot al snel na zijn verkiezing vrede met Ancona. Verder gebeurde er weinig positiefs voor Venetië. Er waren overal gevaren, opstanden en oorlogen en zelfs een aardbeving, gevolgd door overstromingen. Desondanks is tijdens het dogeschap van Dandolo de eerste gouden dukaat (de zecchino) geslagen. Hij eiste dat de dukaat met grote precisie en finesse werd gemaakt en dat had tot gevolg dat de munt meer dan 500 jaar internationaal werd gebruikt. Daarmee is de gouden dukaat zijn nalatenschap aan de wereld geweest. | 9 | |
49 | Pietro Gradenigo | 1289-1311 | Volgens een anekdote heeft Dante tijdens een kort bezoek een vismaaltijd bij doge Pietro Gradenigo genuttigd. Onder Gradenigo werd in 1297 het lidmaatschap van de Maggio Consiglio (de Grote Raad) beperkt tot afstammelingen van de ruim 200 patriciërsfamilies die al eerder leden hadden opgeleverd. Hun namen werden ingeschreven in het Libro d'Oro, het Gouden Boek. In het Libro d' Argento, het Zilveren Boek werden de Originarii genoteerd: de afstammelingen van de 'oorspronkelijke' bewoners van de stad en de lagune. | 22 | |
50 | Marino Zorzi | 1311-1312 | 1 | ||
51 | Giovanni Soranzo | 1312-1328 | 16 | ||
52 | Francesco Dandolo | 1328-1339 | 11 | ||
53 | Bartolomeo Gradenigo | 1339-1342 | 3 | ||
54 | Andrea Dandolo | 1342-1354 | Laatste doge die in Basilica San Marco is begraven | 12 | |
55 | Marino Faliero | 1354-1355 | De foute doge, onthoofd onderaan de Scala dei Giganti van het Palazzo Ducale vanwege hoogverraad. | 1 | |
56 | Giovanni Gradenigo | 1355-1356 | 1 | ||
57 | Giovanni Delfino | 1356-1361 | 5 | ||
58 | Lorenzo Celsi | 1361-1365 | Stierf op zijn kantoor. Is misschien vergiftigd. | 4 | |
59 | Marco Cornaro | 1365-1367 | Begraven in de San Zanipolo | 2 | |
60 | Andrea Contarini | 1367-1382 | Genuese vloot bij Chioggia verslagen (1380) | 15 | |
61 | Michele Morosini | 1382 | Gestorven aan de pest. Grafmonument in San Zanipolo. | 0 | |
62 | Antonio Veniero | 1382-1400 | Grafmonument in San Zanipolo | 18 | |
63 | Michele Steno | 1400-1413 | Begraven in de San Zanipolo | 13 | |
64 | Tommaso Mocenigo » | 1413-1423 | Grafmonument in San Zanipolo | 10 | |
65 | Francesco Foscari » | 1423-1457 | Veroverde veel grondgebied voor Venetië wat de republiek zeer veel geld kostte terwijl men het grondgebied uiteindelijk weer kwijtraakte aan Milaan. Hij stierf enkele dagen nadat hij door de Raad van Tien werd gedwongen af te treden. Tegenwoordig wordt zijn paleis CaFoscari aan het Canal Grande gebruikt als universiteit van Venetië. Legde zijn functie uiteindelijk neer. | 34 | |
66 | Pasqual Malipiero | 1457-1462 | Grafmonument in San Zanipolo | 5 | |
67 | Cristoforo Moro | 1462-1466 | Begraven in San Giobbe bij Ponte Tre Archi (Cannaregio) | 4 | |
68 | Nicolo Trono | 1466-1473 | 7 | ||
69 | Nicolò Marcello | 1473-1474 | Grafmonument in San Zanipolo | 1 | |
70 | Pietro Mocenigo | 1474-1476 | Grafmonument in San Zanipolo | 2 | |
71 | Andrea Vendramino | 1476-1478 | Grafmonument in San Zanipolo | 2 | |
72 | Giovanni Mocenigo | 1478-1485 | Gestorven aan de pest | 7 | |
73 | Marco Barbarigo | 1485-1486 | Ook wel: Mario. Stierf een natuurlijke dood. | 1 | |
74 | Agostino Barbarigo | 1486-1501 | Een bijzonder portret: deze en die van Leonardo Loredano zijn de eerste portretten waarbij niet alleen het zijaanzicht van de doge is geschilderd. Dat was tot en met de eerste helft van de 15e eeuw wel het gebruik: het schilderen van een vooraanzicht was voorbehouden aan heilige personen. | 15 | |
75 | Leonardo Loredano | 1501-1521 | Loredano was doge tijdens een belangrijke periode in een eeuw waarin Venetiaanse floreerde, maar waarin ook van alles gebeurde. Hij betaalde duur voor de vrede met het Turkse rijk, maar wist de republiek ook uit te breiden met de verovering van Trentino, Friuli, Istrië en Illyria. In 1514 verwoestte een brand de wijk Rialto. Tijdens zijn dogeschap werd per decreet het eerste Joodse ghetto gesticht (29 maart 1516). Zijn portret is bijzonder, omdat het een van de eerste portretten is waarin een belangrijke persoon niet van zij-aanzicht maar van voren wordt geschilderd. Dat was tot dan alleen voorbehouden aan heilige onderwerpen. Loredano ligt begraven in de San Zanìpolo. | 20 | |
76 | Antonio Grimani | 1521-1523 | Doge die leefde ten tijde van de pausen Alexander VI (berucht) en Julius II della Rovere. De laatste weerhield hij ervan deel te nemen aan de oorlog tussen Venetië en het Liga van Cambrai. Grimani was oorspronkelijk commandant van de Venetiaanse vloot. Hij werd in 1499 verslagen door de Turken tijdens de zeeslag van Zonchio, waarop hij ter dood werd veroordeeld. Wellicht werd deze straf op voorspraak van zijn zoon, kardinaal Domenico Grimani, omgezet naar een levenslange gevangenisstraf op het eiland Crest. Antonio Grimani ontsnapte echter en vluchtte naar Rome. Hij keerde terug naar Venetië in 1509. Hij had goede resultaten bereikt op diplomatieke posten en dit resulteerde in 1521 tot zijn verkiezing tot doge. Hij werd op 87-jarige leeftijd tot doge gekozen; als oudste van de geschiedenis van de doges (hij werd geboren op 28 december 1434). Hij werd begraven in Chiesa Sant’Antonio in de wijk Castello. Zijn grafkist is vernietigd tegelijkertijd met de kerk, die plaats moest maken voor de tuinen van Napoleon. Antonio Grimani was de eerste doge die tijdens een ceremonie op de Scala dei Giganti werd gekroond. Voortaan vond de kroning daar plaats, en die traditie bleef tot het einde van de Republiek. Titiaan schilderde hem, knielend voor ‘het geloof‘ | 2 | |
77 | Andrea Gritti | 1523-1538 | 15 | ||
78 | Pietro Lando | 1538-1545 | 7 | ||
79 | Francesco (Dona) Donato | 1545-1553 | Donato werd op 24 november 1545 verkozen tot 79e doge van de Republiek Venetië. Hij bleef aan tot zijn dood, ondanks herhaalde verzoeken van zijn kant om zijn ambt neer te leggen omwille van zijn gezondheid. Hij was ziek sinds 1550. Donato is (her)begraven buiten Venetië in de familie kapel in de Dona Villa delle Rose in Mareno di Piave | 8 | |
80 | Marcantonio Trivisano | 1553-1554 | 1 | ||
81 | Francesco Veniero | 1554-1556 | 2 | ||
82 | Lorenzo Priuli | 1556-1559 | 3 | ||
83 | Giorolamo Priuli | 1559-1567 | Volgde zijn broer Lorenzo op als doge. | 8 | |
84 | Pietro Loredano | 1567-1570 | 3 | ||
85 | Alvise Mocenigo | 1570-1577 | Onder deze doge werd de voor Venetie zo belangrijke Slag bij Lepanto gewonnen in 1571. Het is een van de grootste zeeslagen uit de geschiedenis. Hij gaf ook opdracht tot de bouw van Il Redentore in 1576 vanwege het einde van de pest die de stad teisterde. Begraven in San Zanipolo. Het grafmonument in San Zanipolois volgens John Ruskin niet afgemaakt (maar dat is niet te zien omdat het vrij hoog is aangebracht). | 7 | |
86 | Sebastiano Veniero | 1577-1578 | Was een van de leiders tijdens de succesvolle Slag bij Lepanto. Hij keerde na de strijd terug als populair persoon. De legende wil dat Veniero in 1578 stierf aan een gebroken hart nadat het dogepaleis in 1577 zwaar beschadigd raakte door een brand. Na zijn dood werd Veniero begraven in de San Zanipolo. | 1 | |
87 | Nicolò da Ponte | 1578-1585 | De dogeverkiezing van 1578 duurde lang en stond bol van conflicten: er waren maar liefst 44 stemmingen nodig voordat Da Ponte werd gekoze | 7 | |
88 | Pasqual Cicogna | 1585-1595 | Tijdens de kroning was het gebruikelijk dat de nieuwe doge met gouden dukaten strooide Cicogna koos voor zilveren munten en sindsdien werden die cicognini genoemd. Cicogna koos Antonio da Ponte als architect van de Rialtobrug en passeerde daarmee onder andere Michelangelo en andere bekendere architecten. Na de dood van Cicogna werd een inscriptie in de brug aangebracht ter nagedachtenis. | 10 | |
89 | Marino Grimani | 1595-1606 | 11 | ||
90 | Leonardo Donato | 1606-1612 | 6 | ||
91 | Marcantonio Memmo | 1612-1615 | Verloor de dogeverkiezing in 1606 van Donato, maar wist in 1612 te winnen. Dit tot vreugde van de ‘oude’ aristocratie van Venetie: de familie Memmo was een van de “vecchie” (“oude”), Venetiaanse edele families en elke doge vanaf 1382 was afkomstig geweest uit de “nuove” (“nieuwe”) Venetiaanse families. | 3 | |
92 | Giovanni Bembo | 1615-1618 | 3 | ||
93 | Nicolò Donato | 1618 | Dona of Donato was slechts 35 dagen doge, maar zelfs daarmee was hij niet de kortst-zittende doge. Die twijfelachtige eer valt toe aan doge 101, Francesco Cornaro. Donato stond bekend als een vrek en hij was geen geliefde doge. Hij werd begraven op Murano in een kerk die later als glasfabriek werd gebruikt. Zijn relieken zijn verspreid. | 0 | |
94 | Antonio Priuli | 1618-1623 | 5 | ||
95 | Francesco Contarini | 1623-1624 | 1 | ||
96 | Giovanni Cornaro | 1624-1629 | 6 | ||
096b n.v.t. | Vacant | 1629-1630 | De functie van doge was vacant van 23 december 1629 tot en met 18 januari 1630 | 0 | |
97 | Nicolò Contarini | 1630-1631 | Aan deze doge dankt Venetië de Chiesa di Santa Maria della Salute. Hij had een eed gezworen dat deze devotiekerk zou worden gebouwd als er aan de pest een einde zou komen. Aan de ziekte overleed een derde van de Venetianen. Mogelijk stierf Contarini zelf aan de pest. | 1 | |
98 | Francesco Erizzo | 1631-1646 | Het hart van doge Erizzo is begraven in Basilica San Marco; de plek is gemarkeerd met een gedenksteen op de vloer. Zijn lichaam is begraven in Chiesa San Martino. Hij was de initiator van het jaarlijkse Festa della Madonna della Salute. Hij moet een geliefde doge zijn geweest aangezien men zijn wens heeft opgevolgd om zijn hart in de basiliek te laten begraven. | 15 | |
99 | Francesco Molino | 1646-1655 | Door de langdurige oorlog tegen het Ottomaanse rijk waren verschillende handelsroutes afgesloten. Hierdoor liepen de inkomsten in de Venetiaanse staatskas terug. Daarom werd onder Molino besloten dat men voortaan de adelstand kon afkopen. Tegen een enorm bedrag kon je als patriciër in het Libro d'Oro worden bijgeschreven (Wikipedia vermeldt 100.000 dukaten). Molino had gedurende zijn leven allerlei gezondheidsklachten. Hij bleef aan als doge tot zijn dood. Hij was ongehuwd. | 9 | |
100 | Carlo Contarini | 1655-1656 | Contarini was nog maar tien maanden toen zijn vader overleed. De Contarini's vormden een prestigieuze, zeer rijke familie. Hij erfde een ernorm vermogen, waardoor hij in staat was verschillende ambtelijke functies uit te voeren (een aanstelling kostte grote sommen geld). Zo was hij burgemeester van het stadje Feltre. Contarini was een "compromis"-doge. Na 68 selectieronden was er nog geen kandidaat die de meerderheid van stemmen kreeg. Contarini was eigenlijk al met pensioen, maar hij was bescheiden genoeg en oud genoeg om als tussenoplossing tot doge te kunnen aantreden. Dertien maanden later stierf hij. Hij had acht kinderen met Paolina Loredan. | 1 | |
101 | Francesco Cornaro | 1656-1656 | Stierf 19 dagen na de verkiezingen tot doge en was daarmee het kortst in functie als doge van alle 120 doges. 19 dagen was net iets korter dan doge Nicolo Dona (of Donato), de 93e doge, die de functie 35 dagen uitoefende. Cornaro werd begraven in de kerk van de Tolentini (Heilig Kruis): Chiesa di San Nicola da Tolentino in Venetië. | 0 | |
102 | Bertuccio Valiero | 1656-1658 | Financieel ging het niet goed met Venetië door de aanhoudende oorlogen. Valiero paste zelfs 25.000 dukaten uit eigen zak bij om de begroting sluitend te krijgen. Hij had last van jicht en kreeg ademhalingsproblemen waar hij uiteindelijk aan overleed. Hij werd in eerste instantie begraven in de San Giobbe, maar werd later herbegraven in de San Zanípolo waar een mausoleum voor hem was gemaakt. Hij had de wens dat zijn zoon Silvestro later doge zou worden en dat gebeurde ook (109e doge). | 2 | |
103 | Giovanni Pesaro | 1658-1659 | Pesaro komt uit de familie die het barokke Ca'Pesaro hebben laten bouwen door architect Longhena. Hij ligt begraven in de Frari-kerk in een monument dat eveneens door Longhena werd gemaakt. | 1 | |
104 | Domenico Contarini | 1659-1674 | 15 | ||
105 | Nicolò Sagredo | 1674-1676 | 2 | ||
106 | Luigi Contarini | 1676-1683 | 7 | ||
107 | Marcantonio Giustinian | 1683-1688 | 5 | ||
108 | Francesco Morosini | 1688-1694 | Peloponnesiër, de doge die de Turken versloeg. Onder zijn leiding ging Venetië ook de strijd aan in Griekenland: in 1687 bestormde men het Parthenon van Athene. Morosini ligt begraven in Chiesa San Stefano. | 6 | |
109 | Silvestro Valiero | 1694-1700 | Silvestro was de zoon van de 102e doge. Hij was geliefd bij de Venetianen. Hij blonk nergens speciaal in uit, behalve in zijn diplomatieke kwaliteiten. Hij trouwde met Elisabetta uit de Querini-familie. Beiden werden na hun dood in het Valiero-mausoleum in de San Zanípolo bijgezet. Elisabetta is de laatste vrouw die tot dogaressa werd gekroond. Vanwege de enorme staatskosten van dergelijke feesten was dit namelijk verboden. Het lukte Silvestro om de kroning bij wijze van uitzondering te laten plaatsvinden. In 1699 sloot hij - zei het tegen enorme offers - vrede met de Turken (de vrede van Carlowitz). | 6 | |
110 | Alvise II Mocenigo | 1700-1709 | Tijdens het dogeschap van Alvise II gebeurde er niet zoveel spannends in de Venetiaanse geschiedenis. Het was een relatief rustige periode. Er gingen 20.000 dukaten naar de restauratie van de voorgevel van de San Stae, waar Mocenigo werd begraven. Mocenigo leefde celibatair. | 9 | |
111 | Giovanni II Cornaro | 1709-1722 | Gedurende Giovanni II drongen de Ottomanen opnieuw aan in de Adriatische zee en eigenlijk had Venetië daar geen goed antwoord op. Ze waren er niet goed op voorbereid. De Venetianen hadden ook gewoon geen zin meer in oorlog. De neergang van het eens zo grote Venetië begon steeds duidelijk vormen te krijgen. Cornaro sloot de vrede van Passarowitz, waarvoor o.a. Peloponnesos en Kreta aan de Turken moesten worden afgestaan. Voor het uiteindelijke einde van Venetië eind 18e eeuw was er nu een periode van decadentie waaronder vele gemaskerde bals. Dit was wel het begin van het toerisme in Venetië. Lees ook: 'Een grote Venetiaanse maskerade'. Hij werd begraven in de San Nicola da Tolentino (I Tolentini) in Venetië, vlakbij Piazzale Roma. | 13 | |
112 | Sebastiano Mocenigo | 1722-1732 | Ook wel bekend als Alvise III Mocenigo. | 10 | |
113 | Carlo Ruzzini | 1732-1735 | 3 | ||
114 | Alvise Pisani | 1735-1741 | 6 | ||
115 | Pietro Grimani | 1741-1752 | 11 | ||
116 | Francesco Loredano | 1752-1762 | 10 | ||
117 | Marco Foscarini | 1762-1763 | 1 | ||
118 | Alvise Giovanni Mocenigo | 1763-1779 | 16 | ||
119 | Paolo Renier | 1779-1789 | Hertrouwde na de dood van zijn eerste vrouw met een Grieks danseresje Margherita Dalmaz, wat een grote schande was. Hij werd desondanks tot doge gekozen. Margherita werd nooit in het Libro d'Oro ingeschreven, waardoor ze niet tot de adel werd gerekend. Giustina Renier, een nichtje, moest daarom acte de présence geven bij officiële gelegenheden. Ze fungeerde dan als dogaressa in plaats van Margherita. | 10 | |
120 | Ludovico Manin | 1789-1797 | Tijdens zijn dogeschap opent Teatro La Fenice haar deuren voor het eerst (in 1792). Manin was de laatste doge, gedwongen om af te treden door Napoleon, begraven in de Scalzi-kerk bij zijn vrouw. De steen draagt de inscriptie Manini Cineres (as van Manin). Manin schreef memoires die later door zijn kleinzoon Louis Joseph Manin (1815-1877) werden gepubliceerd. | 8 |
Het baantje van doge ging niet altijd over rozen. Verschillende doges zijn afgezet, verbannen, geëxecuteerd of vermoord. Gemiddeld bleef een doge een ruime negen jaar aan de macht. Francesco Foscari was met 34 jaar het langst doge. Er zijn ook verschillende doges die nog geen jaar hebben volgemaakt.
* Om tot doge te worden verkozen, moest je tot de adel behoren. In Venetië moest je daarvoor zijn opgenomen in het register van het adelboek dat vanaf de 16e eeuw bestond. Het zogenaamde Gouden Boek van de aristocratie. Om hierin te kunnen komen moest men aan strenge eisen voldoen. Als je niet in het boek stond, maakte geen deel uit van de aristocratie en kon je geen openbare functie vervullen. Overigens kon je je wel inkopen in de adel, zoals de zeer rijke familie Labia deed. Het Gouden Boek is tegenwoordig te vinden in de rijksarchieven in het klooster van Chiesa Santa Maria Gloriosa dei Frari in Venetië.
** Beperking van bewegingsvrijheid gebeurde vaker; ook glasblazers van Murano » mochten hun eiland niet af. Daar stonden overigens wel waardevolle privileges tegenover.
Links
- universal compendium, list of doges
- Doges of Venice, alfabetisch Wikipedia (ENG)
- encyclopedia, thefreedictionary.com: Doges of Venice »
- how doges were chosen »
- Evolution of the Dogeship in Venice
- Venice, paragraph ’the first doge’
- Voting Venice history
- Dogaresses, vrouwen van de doges, in Venetië
- Venipedia
- Faliero
- Boek, The Doges of Venice
- Dogi, Venipedia.it
- Libro d’Oro, Poorters van Venetië
0 reacties